De naam Joel Greenblatt ken je misschien al wel. Greenblatt, hoogleraar aan de
Columbia Business School, is één van de meest succesvolle beleggers
allertijden. Een profielschets van Greenblatt en zijn strategie tref je aan
in het boek "Leer beleggen als Warren Buffett" (digitaal gratis te
downloaden ). Steve Forbes interviewde Greenblatt onlangs. Het interessante
– circa 27 minuten durende – interview hiervan kunt u hier
bekijken.

Index beter dan fondsmanager
Volgens Greenblatt presteert zo’n 70 procent van alle fondsmanagers slechter
dan de beursindex zelf. De belangrijkste reden hiervoor zijn de vergoedingen
die deze fondsmanagers vragen maar zelf uiteindelijk niet weten terug te
verdienen.

Op zoek dus naar die 30 procent van de fondsmanagers die de beurzen wel weet
te verslaan? Ook dat heeft volgens Greenblatt weinig zin: "De performance
van een fondsmanager over de afgelopen 3, 5 of 10 jaar zegt vrijwel niets
over zijn toekomstige performance."

Geen wonder dus dat voor zowel particuliere beleggers als pensioenfondsen
indexfondsen steeds populairder worden. Maar ook in die indexfondsen blijkt
een belangrijke weeffout te zitten…

Weeffout
Het probleem met indexfondsen is namelijk dat de aandelenwegingen direct
samenhangen met de beurskapitalisaties van de onderliggende aandelen. Is een
bepaald aandeel dus overgewaardeerd (en de beurskapitalisatie hoog) dan
wordt zo’n aandeel automatisch een extra zware weging toebedeeld. En is
sprake van onderwaardering (lage marktkapitalisatie) dan is die weging juist
extra laag.

Inherent aan een indexfonds is dus dat consequent van verkeerde wegingen
sprake is: er wordt teveel belegd in de dure aandelen en te weinig in de
goedkope aandelen. "Dat kost indexbeleggers 2 procent rendement per jaar.
Door alle aandelen in een indexfonds exact dezelfde weging te geven is dat
snel verdiend."

Emoties oorzaak
De verklaring voor bovenstaande zijn emoties: beleggers zijn vaak te
enthousiast over de aandelen van bedrijven waarmee het goed gaat en te
negatief over die bedrijven waarmee het op dat moment slecht gaat. Dat komt
tot uitdrukking in de koersen en daarmee in de beurskapitalisaties. En
daarmee uiteindelijk ook in de beursindices (en indexfondsen) zelf.

Als aardig voorbeeld wijst Greenblatt op het beste beleggingsfonds over de
tien jaar volgend op het jaar 2000. "Het rendement van dit fonds bedroeg 18
procent per jaar. Maar de gemiddelde belegger in dit fonds VERLOOR 11
procent per jaar."

De oorzaak? Een focus op de korte termijn: "Telkens wanneer dit fonds een
tijdlang in koers daalde, verkochten beleggers. En pas nadat de koers weer
eens flink opgelopen was, kwamen beleggers weer massaal terug."

'Waarde-gewogen indices'
In de video gaat Greenblatt nog een stap verder en bespreek hij wat hij
'waarde-gewogen indices' noemt. De wegingen van de aandelen in dergelijke
indices zijn gebaseerd op de waarderingen. De aandelen met de laagste
waarderingen (lees: de goedkoopste aandelen) hebben hier een extra zware
weging, de duurste aandelen juist een onderweging. "Een belachelijk
eenvoudige methode die beleggers - zonder dat van extra risico's sprake is -
gemiddeld 7 procent extra rendement per jaar oplevert," aldus Greenblatt.

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Lees ook:

Meer
artikelen van Hendrik Oude Nijhuis

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl